De Opel Rekord D vierde in januari 2022 zijn 50e verjaardag. Bij zijn introductie stond hij voor een zware taak, want zijn succesvolle voorganger (Rekord C) was meer dan 1,2 miljoen keer verkocht .
Waar de Rekord C nog geïnspireerd was op de destijds populaire Noord-Amerikaanse designtaal, koos men met de Rekord D vooral voor een Europese vormgeving: heldere, functionele lijnen, vloeiend gevormde oppervlakken, grote ramen en een lage taillelijn bepaalden zijn tijdloze carrosseriedesign.
Net als zijn voorganger bood de Rekord D keus uit drie carrosserievarianten: de klassieke sedan met twee of vier portieren, de sportieve tweedeurs coupé en de drie- of vijfdeurs stationwagon, Caravan genaamd. Voor zakelijk gebruik was er ook een besteluitvoering: een driedeurs Caravan zonder achterste zijruiten.
De benzinemotoren van de Rekord D waren doorontwikkelingen van Opels bekende viercilinders met de nokkenassen hoog in het blok (CIH Camshaft in Head), ter hoogte van de kleppen. Die motoren hadden zich al ruimschoots bewezen. De basisversie was een 1,7-liter met 48 kW (66 pk), de 1.7S-motor leverde 61 kW (83 pk) en bovenaan stond de 1,9-litermotor met 71 kW (97 pk).
De grootst leverbare benzinemotor in de Rekord was de 2.0 S met 100 pk, die vanaf 1975 leverbaar werd. De 1.7S verdween dat jaar van het programma, de 1.9 N kwam daarvoor in de plaats. Die motorenwijziging was ingegeven door de milieuwetgeving in die periode. De motoren waren (afhankelijk van de versie) te combineren met stuur- en vloerschakeling. Verder stond de Opel Dreigangautomatik van GM Straatsburg op het programma.
De Rekord D was ook de eerste personenauto van Opel die leverbaar was met een dieselmotor. Die kwam in september 1972 op de markt. . In de Rekord D leverde de nieuwe 2100D dieselmotor 44 kW (60 pk) vermogen. Vanaf modeljaar 1974 was een 2.0 dieselmotor (55 pk, top 130 kilometer per uur)leverbaar, dieselversies zijn te herkennen aan de bult in de motorkap
Opel Commodore
Vanaf maart 1972 vulde de Commodore B het Rekord-gamma aan, het model deelde zijn carrosserie met de Rekord D, maar was luxueuzer uitgerust en uitsluitend leverbaar met zescilindermotoren. De ontwikkelingen gingen snel: de 85 kW (115 pk) sterke 2,5S-liter, gevolgd door de 96 kW (130 pk) en daarna de 2,8-litermotor met dubbele carburateur en een vermogen van 104 kW (142 pk). In september 1972 kwam tot slot de topversie Commodore GS/E ten tonele. De 118 kW (160 pk) sterke 2,8-litermotor met elektronische brandstofinjectie leverde indrukwekkende prestaties. De coupé bereikte een topsnelheid van 200 km/u; de vierdeurs sedan kwam tot 195 km/u.
Begin september 1976 rolde een goudkleurige Opel Rekord D sedan van de band: het miljoenste exemplaar van het model. Om deze mijlpaal te vieren introduceerde Opel de speciale Millionaire-versie, de Berlina-uitvoering met een 73 kW (100 pk) sterke 2,0-liter S-motor. Toen Opel in september 1977 de laatste generatie van de Rekord op de markt bracht, had het in Rüsselsheim 1.128.196 exemplaren van de Rekord D en 140.827 exemplaren van de Commodore B geproduceerd.